hajee
16-11-2011, 22:22
T W E E D E K A M E R D E R S T A T E N - G E N E R A A L 2
Vergaderjaar 2011-2012
33 007 Wijziging van de Wet op de belasting van personenauto’s en
motorrijwielen 1992, de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 en enige
andere wetten (Wet uitwerking autobrief)
Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID VAN VLIET
Ontvangen 15 november 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel XX komt te luiden:
ARTIKEL XX
De Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt als volgt gewijzigd:
A. De artikelen 28, 49 en 68 vervallen.
B. Artikel 72 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. die ten minste 30 jaar geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen, en
die, voor zover het vrachtauto’s of autobussen betreft, niet bedrijfsmatig
worden gebruikt;.
2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
3. De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, geldt voor
personenauto´s die op 31 december 2011 nog geen 25 jaar oud waren, niet voor
het gedeelte van de belasting dat wordt geheven ingevolge artikel 23, tweede of
derde lid. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing voor
bestelauto´s, andere dan bestelauto´s als bedoeld in de artikelen 24a of 24b, die
op 31 december 2011 nog geen 25 jaar oud waren.
4. De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt, met
inachtneming van het derde lid, mede verleend voor motorrijtuigen die niet
voldoen aan de voorwaarde dat zij ten minste 30 jaar geleden voor het eerst in
gebruik zijn genomen, indien het motorrijtuig:
a. op 31 december 2011 ten minste 25 jaar oud was;
b. in 1987 voor het eerst in gebruik is genomen, en het tijdstip van eerste
ingebruikneming ten minste 26 jaar geleden is;
c. in 1988 voor het eerst in gebruik is genomen, en het tijdstip van eerste
ingebruikneming ten minste 27 jaar geleden is;
d. in 1989 voor het eerst in gebruik is genomen, en het tijdstip van eerste
ingebruikneming ten minste 28 jaar geleden is; dan wel
e. in 1990 voor het eerst in gebruik is genomen, en het tijdstip van eerste
ingebruikneming ten minste 29 jaar geleden is.
II
Na artikel XXIII wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XXIIIa
In de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 vervalt artikel 72, vierde lid,
met ingang van 1 januari 2021.
Toelichting
Deze wijziging strekt ertoe de bevriezing per 1 januari 2012 van de
vrijstelling van motorrijtuigenbelasting voor oldtimers ongedaan te maken. In
plaats van de in het Belastingplan 2009 voorziene volledige uitsluiting van
motorrijtuigen die op de vaste datum van 1 januari 2012 minder dan 25 jaar
geleden in gebruik zijn genomen, blijft de vrijstelling verbonden aan een
algemene leeftijdsgrens. De huidige voorwaarde dat het voertuig 25 jaar of
ouder moet zijn wordt daarbij vervangen door de voorwaarde dat het
motorrijtuig ten minste 30 jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen.
Voor nieuwe gevallen - dat wil zeggen motorrijtuigen die op 31 december 2011
nog geen 25 jaar oud zijn - strekt de vrijstelling zich daarbij niet langer uit tot
een eventuele brandstoftoeslag. Concreet zullen personenauto’s en bestelauto’s
van particulieren die rijden op diesel en LPG en de komende jaren voor het
eerst in aanmerking komen voor de oldtimervrijstelling nog wel de diesel en
LPG toeslag in de MRB betalen maar niet het basisbedrag. Tevens zullen ze
vrijgesteld zijn van de provinciale opcenten.
Voor voertuigen die op 31 december 2011 al 25 jaar of ouder zijn en op
grond van de huidige regelgeving voor de vrijstelling in aanmerking komen,
wordt een overgangsregeling getroffen. Hoewel deze auto’s nog niet voldoen
aan de termijn van 30 jaar, behouden zij ook na 31 december 2011 de huidige
vrijstelling, inclusief eventuele brandstoftoeslag. Daarnaast wordt een
overgangsregeling getroffen voor voertuigen die de komende jaren de leeftijd
van 25 jaar bereiken en bij handhaving van de 25-jaarsgrens al eerder in
aanmerking zouden zijn gekomen voor de vrijstelling. Voertuigen die in 1987
voor het eerst in gebruik zijn genomen komen na 26 jaar in aanmerking voor de
vrijstelling. Voor voertuigen uit 1988 ligt de grens bij 27 jaar, voor voertuigen
uit 1989 bij 28 jaar en voor voertuigen uit 1990 bij 29 jaar. Voor voertuigen die
voor het eerst in gebruik zijn genomen na 1990 is de algemene grens van
30 jaar van toepassing. De overgangsbepaling verliest op 1 januari 2021 haar
belang en wordt per die datum weer ingetrokken. De budgettaire effecten zijn
als volgt:
2012 2013 2014 2015 Struc.
Oldtimers naar 30 jaar 0 -3 -5 -7 -21
De dekking van dit amendement wordt voor de huidige kabinetsperiode
gevonden in de opbrengst van het amendement Huizing/Omtzigt
(Kamerstukken II 2011/12, 33 007, nr. . In 2015 vindt een weging plaats over
het beleid dat met dit amendement wordt ingezet, dit in relatie tot de benodigde
structurele dekking daarvoor. Hierop wordt teruggekomen in de eerstvolgende
autobrief (2015).
Vergaderjaar 2011-2012
33 007 Wijziging van de Wet op de belasting van personenauto’s en
motorrijwielen 1992, de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 en enige
andere wetten (Wet uitwerking autobrief)
Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID VAN VLIET
Ontvangen 15 november 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel XX komt te luiden:
ARTIKEL XX
De Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt als volgt gewijzigd:
A. De artikelen 28, 49 en 68 vervallen.
B. Artikel 72 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. die ten minste 30 jaar geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen, en
die, voor zover het vrachtauto’s of autobussen betreft, niet bedrijfsmatig
worden gebruikt;.
2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
3. De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, geldt voor
personenauto´s die op 31 december 2011 nog geen 25 jaar oud waren, niet voor
het gedeelte van de belasting dat wordt geheven ingevolge artikel 23, tweede of
derde lid. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing voor
bestelauto´s, andere dan bestelauto´s als bedoeld in de artikelen 24a of 24b, die
op 31 december 2011 nog geen 25 jaar oud waren.
4. De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt, met
inachtneming van het derde lid, mede verleend voor motorrijtuigen die niet
voldoen aan de voorwaarde dat zij ten minste 30 jaar geleden voor het eerst in
gebruik zijn genomen, indien het motorrijtuig:
a. op 31 december 2011 ten minste 25 jaar oud was;
b. in 1987 voor het eerst in gebruik is genomen, en het tijdstip van eerste
ingebruikneming ten minste 26 jaar geleden is;
c. in 1988 voor het eerst in gebruik is genomen, en het tijdstip van eerste
ingebruikneming ten minste 27 jaar geleden is;
d. in 1989 voor het eerst in gebruik is genomen, en het tijdstip van eerste
ingebruikneming ten minste 28 jaar geleden is; dan wel
e. in 1990 voor het eerst in gebruik is genomen, en het tijdstip van eerste
ingebruikneming ten minste 29 jaar geleden is.
II
Na artikel XXIII wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XXIIIa
In de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 vervalt artikel 72, vierde lid,
met ingang van 1 januari 2021.
Toelichting
Deze wijziging strekt ertoe de bevriezing per 1 januari 2012 van de
vrijstelling van motorrijtuigenbelasting voor oldtimers ongedaan te maken. In
plaats van de in het Belastingplan 2009 voorziene volledige uitsluiting van
motorrijtuigen die op de vaste datum van 1 januari 2012 minder dan 25 jaar
geleden in gebruik zijn genomen, blijft de vrijstelling verbonden aan een
algemene leeftijdsgrens. De huidige voorwaarde dat het voertuig 25 jaar of
ouder moet zijn wordt daarbij vervangen door de voorwaarde dat het
motorrijtuig ten minste 30 jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen.
Voor nieuwe gevallen - dat wil zeggen motorrijtuigen die op 31 december 2011
nog geen 25 jaar oud zijn - strekt de vrijstelling zich daarbij niet langer uit tot
een eventuele brandstoftoeslag. Concreet zullen personenauto’s en bestelauto’s
van particulieren die rijden op diesel en LPG en de komende jaren voor het
eerst in aanmerking komen voor de oldtimervrijstelling nog wel de diesel en
LPG toeslag in de MRB betalen maar niet het basisbedrag. Tevens zullen ze
vrijgesteld zijn van de provinciale opcenten.
Voor voertuigen die op 31 december 2011 al 25 jaar of ouder zijn en op
grond van de huidige regelgeving voor de vrijstelling in aanmerking komen,
wordt een overgangsregeling getroffen. Hoewel deze auto’s nog niet voldoen
aan de termijn van 30 jaar, behouden zij ook na 31 december 2011 de huidige
vrijstelling, inclusief eventuele brandstoftoeslag. Daarnaast wordt een
overgangsregeling getroffen voor voertuigen die de komende jaren de leeftijd
van 25 jaar bereiken en bij handhaving van de 25-jaarsgrens al eerder in
aanmerking zouden zijn gekomen voor de vrijstelling. Voertuigen die in 1987
voor het eerst in gebruik zijn genomen komen na 26 jaar in aanmerking voor de
vrijstelling. Voor voertuigen uit 1988 ligt de grens bij 27 jaar, voor voertuigen
uit 1989 bij 28 jaar en voor voertuigen uit 1990 bij 29 jaar. Voor voertuigen die
voor het eerst in gebruik zijn genomen na 1990 is de algemene grens van
30 jaar van toepassing. De overgangsbepaling verliest op 1 januari 2021 haar
belang en wordt per die datum weer ingetrokken. De budgettaire effecten zijn
als volgt:
2012 2013 2014 2015 Struc.
Oldtimers naar 30 jaar 0 -3 -5 -7 -21
De dekking van dit amendement wordt voor de huidige kabinetsperiode
gevonden in de opbrengst van het amendement Huizing/Omtzigt
(Kamerstukken II 2011/12, 33 007, nr. . In 2015 vindt een weging plaats over
het beleid dat met dit amendement wordt ingezet, dit in relatie tot de benodigde
structurele dekking daarvoor. Hierop wordt teruggekomen in de eerstvolgende
autobrief (2015).